De redactie van het tijdschrift Psychologie Magazine hield recent een enquête onder haar lezers, een mooie illustratie van het verschil tussen introvert en extravert laat zich hiernaast zien.
Dagmar van der Neut, Psychologie Magazine, 10 december 2020
MEER REDZAAMHEID MET EEN EXTRAVERTE PERSOONLIJKHEID
In het WRR-rapport ‘Weten is nog geen doen’, dat ik introduceerde in Verkenning 1 ‘Denkvermogen èn doenvermogen’, worden drie aspecten onderscheiden van ‘niet cognitieve vermogens’ die samen ‘doenvermogen’ worden genoemd. Eén ervan is ‘temperament’. Zie de afbeelding hieronder.
Temperament wordt gevormd door twee persoonskenmerken: de mate waarin iemand extravert/introvert is en de mate van iemands ‘emotionele stabiliteit’. De afbeelding kan leiden tot misverstand. Een introvert iemand kan heel goed emotioneel stabiel zijn en omgekeerd. Persoonlijkheid is eindeloos genuanceerd, dus denk niet teveel in de hokjes van de illustratie.
De extraverte persoonlijkheid is dus in principe redzamer in onze complexe en dynamische informatiesamenleving dan een introverte persoonlijkheid. Men geeft in het WRR-rapport geen waardeoordeel, maar men constateert dat we een overheid hebben, die uitgaat van eigen initiatief en ondernemerschap van de burgers. Het is burgerplicht zich goed te laten informeren over wet- en regelgeving en van de burger wordt verwacht dat hij flexibel is en snel acteert op veranderingen. Juist om het feit dat lang niet elke burger -onder meer- een extraverte persoonlijkheid heeft, houdt men in dit rapport een pleidooi om minder uit te gaan van regels en sancties, maar om meer naast de burgers te gaan staan wanneer redzaamheid in het geding is.
INTROVERT, EXTRAVERT, AMBIVERT
Er zijn ongeveer evenveel mensen introvert als extravert en de meerderheid zit er tussenin, die worden wel ‘ambivert’ genoemd. Er is een genetische, erfelijke component. Er wordt geschat dat dit soort persoonlijkheidskenmerken voor ongeveer 50% bij geboorte gegeven is en dus voor ongeveer 50% ontwikkelbaar is, maar niet veranderbaar.
De mate waarin dit aspect van je persoonlijkheid tot uiting komt, kan ook afhangen van de context en van je levensfase. Extraverte mensen kunnen ook een introverte kant hebben en omgekeerd. Introverte mensen bijvoorbeeld hebben veel tijd nodig om te verwerken en op te laden. Extraverte mensen hebben die tijd ook wel nodig, maar in mindere mate.
FOMO, YOLO, EEN BEKENTENIS
Ondanks het beeld dat anderen van mij hebben als typische extravert, herken ik mezelf in de introverte antwoorden uit de enquête in Psychologie Magazine. Maar om aan mezelf en mijn omgeving te erkennen dat ik niet een extraverte, maar een introverte persoonlijkheid ben, heb ik in de afgelopen jaren heel wat gêne moeten overwinnen.
Introvert zijn is niet sexy. Dus heb ik eindeloos geprobeerd om uit te gaan, naar feestjes, films, theater, vrijdagmiddagborrels en andere netwerkbijeenkomsten, te werken in kantoortuinen op flexplekken in hippe hubs, ik zat op alle mogelijke social media, ik deed m’n best om altijd de extraverte aanstekelijk enthousiaste, inspirerende man te zijn in mijn werk. Ik leed aan FOMO, the fear of missing out: “Stel ik mis iets, dan is het gedaan met mijn carrière!”; en aan YOLO niet te vergeten, you only live once. Dus moest ik van mezelf meteen op alles af dat zich voordeed in de hedonistische kermis van de kicks die onze samenleving vaak was vóór Covid-19. Maar het putte me uit, te veel.
Mijn bekentenis wordt nog gênanter. Vroeger had ik zelfs een hekel aan introverte mensen. Een belangrijk aspect van mijn werk is mensen enthousiasmeren en inspireren met mijn visie. Daar ben ik vaak goed in en dat leidt dan meteen tot applaus, maar niet altijd. Uiteraard kun je het oneens zijn met mijn visie. Dat komt voor. Dat is niet leuk, maar all in the game. Maar ik wil het hebben over mijn ervaring met het introverte deel van het publiek. Hun reacties zijn meer afwachtend of op een bepaalde manier sceptisch. Door zo’n sceptische reactie kon ik me totaal onzeker voelen, mezelf gaan gedragen als een miskend kind – natuurlijk wel met een semiprofessioneel jasje aan – niemand merkte iets van mijn emotionele instabiliteit (hoop ik). Ik ging dan veel te fel iemand proberen te overtuigen.
Ik kon daar vervolgens ook langdurig van uit het veld geslagen zijn. Van een dag onder de mensen zijn, moet ik gemiddeld een dag bijkomen. Met of zonder applaus. Nog steeds. En dat is meer het kenmerk van een introverte, dan van een extraverte persoonlijkheid. Zo leerde ik pas veel later in mijn leven dat ik the great communicator kàn zijn, maar dat ik tegelijkertijd veel verwerkingstijd en oplaadtijd nodig heb. Het één sluit het ander ook helemaal niet uit. Als introvert kun je zeer communicatief zijn. Tegenwoordig durf ik – wanneer ik zèlf publiek ben van andermans enthousiaste verhaal – te vragen om bedenktijd.
EMANCIPATIE EN BALANS
Je kunt dit verhaal tot nog toe lezen als een pleidooi voor de emancipatie van De Introvert. Covid-19 zet hem misschien wel eindelijk op de kaart. Daar ben ik ook voorstander van en ik wil een stap verder gaan. Juist in onze complexe en dynamische samenleving hebben we behoefte aan een balans tussen introverte en extraverte energie en speciaal in onze wereld van onderwijs.
ASPECTEN VAN EMANCIPATIE VAN DE INTROVERT IN HET ONDERWIJS
WAT BETEKENT AANDACHT VOOR DE INTROVERTE PERSOONLIJKHEID VOOR OPVOEDING EN ONDERWIJS VAN KINDEREN?
Geven we ook daar niet meer aandacht aan de spontane, open, extraverte kinderen dan aan de meer gereserveerde introverte kinderen? Onderzoekster Noa Herz -zelf introvert- doet de volgende suggesties:
- Creëer speciale privéruimten op scholen voor die introverte kinderen en anderen die een plek nodig hebben om op te laden.
- Creëer gelijke kansen voor deelname aan de les, door leerlingen de tijd te geven om na te denken. Introverte mensen zouden bijvoorbeeld kunnen profiteren van een betere toegang tot online leerplatforms, met asynchrone communicatie. Hierdoor kunnen ze samenwerken met anderen zonder de druk te voelen om onmiddellijk te reageren.
- Geef leerlingen de autonomie om te beslissen om alleen te werken of om hun ideeën op te schrijven in plaats van ze mondeling te presenteren.
WAT BETEKENT AANDACHT VOOR DE INTROVERTE PERSOONLIJKHEID VOOR ONSZELF ALS OPVOED- EN ONDERWIJSPROFESSIONALS?
Hierover heb ik een hypothese. Al jaren nemen burnout-klachten toe in het onderwijs. 27,3% van de basisschoolleerkrachten kampt met burn-outklachten. Ik vermoed – maar dat is nog nooit onderzocht- dat de introverte persoonlijkheid oververtegenwoordigd is binnen die groep.
Ik denk dat de balans tussen het werken met kinderen en collega’s en de verwerkings- en oplaadtijd verstoord is. Volgens het model voor Sociaal Ontwerpend Leren: we zitten te veel in rood en groen: doen, ideeën, doen, ideeën, doen. En we besteden te weinig tijd aan geel en blauw: reflecteren op waar je nu staat in je wordingsgeschiedenis.
Leerkrachten benoemen zichzelf – vaker dan gezond is naar mijn mening – als ‘echte doeners’. Er gaat altijd iets vóór de eigen tijd om te verwerken en op te laden. Volgens wetenschapper en boeddhistische leraar dr. Matthieu Ricard (Ricard, M (2013) Altruïsme, de kracht van compassie. Uitgeverij Ten Have, Utrecht) blijken beroepen waar het voor nodig is om je echt goed in te leven in de ander, een groot afbrandrisico te hebben. Je hebt er voldoende verwerkings- en oplaad-rituelen voor nodig.
Volgens Ricard speelt hier ook het verschil tussen empathie en compassie: van empathie word je moe, van compassie niet. Professioneel gezien is empathie dat je je te veel inleeft in de ander en staat compassie voor betrokken-afstand. Ricard en zijn medeonderzoekers ontdekten: van empathie word je moe en van compassie niet.
ASPECTEN VAN BALANS TUSSEN INTROVERTE EN EXTRAVERTE ENERGIE
DE COMBINATIE INTROVERT-EXTRAVERT MAAKT BETERE TEAMS
Maar nog belangrijker dan ruimte maken voor de eigen-aardigheden van onze introverte medemens, is de erkenning dat we elkaar nodig hebben.
“Uit onderzoek blijkt dat teams beter presteren wanneer leiderschap wordt gedeeld tussen individuen, maar alleen als ze verschillende persoonlijkheidskenmerken hebben. Bovendien presteren teams die worden gedomineerd door extraverte leden zelfs beter onder introverte leiders, mogelijk vanwege hun grotere reactievermogen op de ideeen van hun werknemers.”
(Noaz Herz, Introverts are excluded unfairy in an extraverts world, Psyche 29 juli 2020)
INTROVERTEN ALS THERMOMETER VAN VERANDERING
Mijn werk heeft te maken met veranderkunde in de context van onderwijs. En wat ik in de afgelopen jaren leerde is dat dat traag malende processen zijn, net zo traag als ik zelf leer. De tijd moet er ook rijp voor zijn. Dat kun je niet afdwingen. Maar het begint met een initiatief. Iemand schetst een aantrekkelijk ideaal, iemand steekt iemand aan en laat een weg zien. Daar moet je mij voor hebben en daar heb je veel meer van mijn soort aanstekers voor nodig.
Maar wanneer de tijd niet rijp is en er niet gelijktijdig tal van verstandige zaken worden geregeld, blijkt aanstekelijk enthousiasme niet meer dan een strovuur. Het brandt snel en hevig en dooft even snel weer uit. Tegenwoordig kijk ik niet alleen naar enthousiaste reacties, maar gaat mijn interesse ook uit naar de mensen die nog even géén reactie hebben. Die het even op zich ìn moeten laten werken. Die nog even geen woorden hebben om het te duiden: de secundair reagerende types, zoals ikzelf, de introverten. Die vormen voor mij eerder de thermometer van de groepsdynamica, van het momentum van in beweging komen, of niet.
Een team heeft een gezonde balans nodig tussen introverte en extraverte mensen, omdat teamwork vraagt om introverte en extraverte activiteiten. Het model voor Sociaal Ontwerpend Leren laat dat zien. Stef van Wickeren, indertijd schoolleider van Campus Columbus in Heerhugowaard, vertelde me de werking van het model -dat hij als grote poster had opgehangen in de teamkamer: “We hadden eigenlijk geen ruzie meer tijdens teamvergaderingen. We konden dingen tegen elkaar zeggen als: “Jij zit al in rood, terwijl ik nog behoefte heb aan blauw.” Waarschijnlijk een dialoog tussen een introverte en een extraverte persoonlijkheid.
Over mijn eigen behoefte aan verwerkings- en oplaadtijd, kenmerk van mijn introvert-zijn, dat ik toen nog niet zo noemde, schreef ik in 1995 samen met tekstdichter Rob Chrispijn het autobiografische lied Winter.
We wensen je veel wintertijd in 2021!
MEER INTROVERTE ENERGIE
BLAUWE ACTIVITEITEN
Voeldenken over jezelf en over de plek waar je bijdraagt: “Wat zijn voor mij op dit moment belangrijke waarden? In welke mate lukt het me om van
daaruit te leven, bij te dragen?” Bewustzijn van je eigen wordingsgeschiedenis: “Waar kom ik vandaan, waar sta ik nu, waar wil ik naartoe?”
GELE ACTIVITEITEN
Gaan meestal aan de blauwe vooraf: presentabel maken van je ervaringen, er woorden en beelden aan geven. De letterlijke en figuurlijke zin van ‘verwerken’: in ‘kunst’-werk stoppen, jezelf tot expressie brengen, jouw ontwikkeling verbeelden. Daarop met anderen reflecteren als een proces van ‘vieren’. Het woord ‘presenteren’ in ‘ruimte voor oogst’ is hier dus niet bedoeld als: ‘Kijk mij eens schitteren op het toneel’, maar gaat om het bespreekbaar maken van je ervaring.
MEER EXTRAVERTE ENERGIE
GROENE ACTIVITEITEN
Plannen maken vanuit -voor jou- nieuwe gezichtspunten. Exploreren van ideeën. Omgaan met keuzestress.
RODE ACTIVITEITEN
Plannen en organiseren van je plannen. Plannen uitvoeren: omgaan met kansen en tegenslag, volhouden en volbrengen van jouw ontwikkelopdracht.
geboren in de lente
was alles nieuw en fris
vol belofte en betekenis
maar het leven werd gewoner
in de aanloop naar de zomer
en de herfst bewees
dat alles een illusie is
ik sloeg de winter daarna over
ik bleef in bed of in de kroeg
ik had aan drie seizoenen wel genoeg
ik hield mijn angst en wanhoop binnen
terwijl ik diep in slaap
weer een winter over sloeg
ik zag je in de lente
eerst koel en toen intiem
oh we waren onafscheidelijk sindsdien
maar na een mooie lange zomer
werd de passie monotoner
en de herfst liet zich toen
van zijn guurste kanten zien
ik sloeg de winter daarna over
bleef in bed of in de kroeg
maar ik had aan drie seizoenen niet genoeg
door de strengheid van die winter
voelde ik de pijn
die ik vroeger niet verdroeg
het gekke was de lente
daarna was weer alles nieuw
ik voelde dat ik werkelijk bestond
ik werd verliefd, ik blijf een dromer
in het voorjaar, in de zomer
pas na de herfst kom ik
met beide benen op de grond
ik sloeg de winter altijd over
ik bleef in bed of in de kroeg
maar ik heb aan drie seizoenen niet genoeg
ik vind pas in de winter
de stilte en de rust
van de akkers en de velden
van de dorpen in de verte
en van de bomen
met het voorjaar voor de boeg.
tekst Rob Chrispijn, naar een idee en op muziek van Tom Oosterhuis
je kunt het liedje hier beluisteren.